-
1 ruban
ruban [ruubã]〈m.〉1 lint ⇒ band, strook2 ordelint♦voorbeelden:ruban bleu • blauwe wimpelruban encreur d'une machine à écrire • schrijfmachinelintruban perforé • ponsband→ mètrem1) lint2) band, strook3) ordelint -
2 ruban bleu
ruban bleu -
3 Band
Band1〈m.; Band(e)s, Bände〉1 band, (boek)deel♦voorbeelden:————————Band2〈v.; Band, Bands〉————————Band3〈o.; Band(e)s, Bänder〉1 lint, band♦voorbeelden:2 ein neues Modell auf Band legen • een nieuw model, type in productie nemen————————Band4〈o.; Band(e)s, Bande〉♦voorbeelden:zarte Bande knüpfen • een liefdesbetrekking aanknopen -
4 das Blaue Band
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский